Afgelopen maand heeft Jim Klingers een Bouwhistorisch onderzoek uitgevoerd. Doel was de oorspronkelijke waarde van bouwkundige details en inrichtingsonderdelen van de Stefanuskerk te bepalen. Elementen met een hoge monumentale waarde mogen niet worden gewijzigd. Dit onderzoek levert ook leuke weetjes op, zoals op bovenstaande foto’s van de Noord- en de Zuidgevel is te zien. Links de voormalige “dames-entree” die, alhoewel stevig gerestaureerd, nog authentiek is. De “heren-entree” rechts is ernstig verstoord en bij de restauratie in de jaren dertig ook grotendeels vervangen.

Download hier het volledige rapport ‘ Waar is de ruimte?’

De Stefanuskerk is een bouwwerk van 8 eeuwen oud, toch behandelt deze rapportage alleen vluchtig de middeleeuwse bouwhistorie. Het accent ligt vooral op een aantal zaken waarover op korte termijn meer duidelijkheid is gewenst, namelijk de monumentwaarde van de ingrijpende restauratiewerkzaamheden van 1937 – 1939, de waarde van het kerkmeubilair uit diezelfde jaren en de stedenbouwkundige situering en ensemblewaarde van de kerk. 

De hiaten die dat oplevert, worden grotendeels opgevuld door de uitgebreide archeologische opgravingen die afgelopen jaar in de kerk hebben plaatsgevonden onder leiding van Pieter den Hengst. In diezelfde periode heeft Dick Bunskoeke de kerkgeschiedenis te boek gesteld in zijn publicatie Midden in het dorp.

Tijdens hun onderzoekswerk was Jim Klingers bezig met de bouwhistorische opname van de Sint-Nicolaaskerk te Dwingeloo, die tal van overeenkomsten vertoont met de Stefanuskerk – zowel op het vlak van de oudste bouwhistorie als waar het de restauratiearchitect betreft (in beide gevallen Jans Boelens). Zodoende zocht hij contact met Pieter en Dick en daaruit vloeide voort dat zij samen een middag de kerk binnenste buiten hebben gekeerd om meer duidelijkheid te krijgen over allerlei bouwhistorische vraagstukken (en daar weer nieuwe aan toe te voegen…). 

Pieter heeft de gezamenlijke bevindingen gecombineerd met zijn archeologisch waarnemingen en deze samengevat in een nog niet gepubliceerd schrijven, waarvan passages voor dit onderzoek is gebruikt. 

Dit rapport heeft niet voor niets als titel ‘Waar is de ruimte?’ meegekregen. Want eigenlijk hebben alle behandelde vraagstukken betrekking op locatiekwesties. Waarom bouwde men de kerk uitgerekend op deze plek? Waar is de open ruimte gebleven die de kerk nog niet eens zo lang geleden aan bijna alle kanten omringde? Maar ook: waar is intern vanuit bouwhistorisch oogpunt ruimte om aanpassingen te doen? En waar is de ruimte voor een bijgebouw?